dinsdag 30 maart 2010

Zaterdag 6 maart.
Vandaag staat de wind gunstig om m'n diploma op te halen.

Ziet er mooi uit, niet?

Zaterdag 13 maart.
Er staat een straf windje, twee volle en twee halve ervoor, en hij zet er de sokken lekker in.
Goede gelegenheid om eens te laten zien hoe de zwichtlijnen vast worden gemaakt [zwichten = zeil minderen. De zwichtlijnen houden het zeil strak op het hekwerk. Om te zwichten rol je een stuk zeil tot aan een van de zwichtlijnen op]. Op de molen worden allerhande slimme steken [knopen]gebruikt.
De zwichtlijnen zitten vast met een slipsteek [soort halve strik]. Zo kan alles snel los als het nodig is. Ik vind dat een leuke steek om te maken: Sla om-Trek aan-Maak lus-Trek vast- en klaar.

Zondag 21 maart.
Wij zijn niet de enigen die de molen geregeld bezoeken.
In de kap ligt het vol met braakballetjes.
Ik denk dat de inbraker een uiltje is, maar mijn collega Jan de vogelkenner vindt dat een torenvalkje (sperwer) meer voor de hand ligt. Ik zal eens speuren of ik een veertje kan vinden. Zo te zien wordt er niet genesteld.

Zondag 28 maart.
Verder op de nieuwe dijk wordt nog druk gewerkt. We maken een wandelingetje en schieten een doorkijkje. De molen draait ondertussen door met vier lege [alle zeilen opgerold]. We gaan maar snel terug. In het contract van een poldermolenaar stond altijd wel een bepaling dat hij binnen een paar honderd meter van de molen moest blijven (hoezo slavenbestaan), en dat vind ik wel een goed idee.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten